Pauline Luijben & Marjolein Menke - Grote Kerk, Epe

Twee kunstenaars schilderen niet de IJssel maar plekken in de onmiddellijke omgeving van deze rivier: ze zijn van ongeveer dezelfde leeftijd (Pauline Luijben, 1958 – Marjolein Menke, 1957), beide vrouwen kennen elkaar al heel lang, ze hebben zelfs bij elkaar in de buurt gewoond en beiden wonen op het platteland. Meteen na de middelbare school hebben ze een kunstopleiding gedaan, Menke volgde de beeldhouwopleiding aan de Rietveld in Amsterdam, Luijben heeft eerst een aantal cursussen gedaan aan Artibus in Utrecht, in 1992 is ze alsnog naar HSKA (tegenwoordig Artez) in Arnhem gegaan. Menke heeft eerst beelden in onder andere steen en hout gemaakt. Vaak paste ze op die beelden kleur toe, wat leidde tot schilderen op houten panelen. Tenslotte is ze schilder geworden. Luijben is meteen gaan schilderen maar heeft een aantal omslagen gekend. Daarnaast doen beide kunstenaars er nog het een en ander bij: Menke boetseert van tijd tot tijd portretten en vaasvormen, Luijben maakt de laatste tijd oorhangers. Daarnaast schilderen beide kunstenaars portretten, Marjolein doet dat veelvuldig, Luijben doet dat sinds kort. Ook die portretten verschillen zeer van elkaar: in toon, techniek en visie. 

Grote uiterwaarde - Marjolein Menke
In de zomer van 2018 zat Menke in de buurt van het atelier van Luijben te schilderen, buiten dus. Dat bracht laatstgenoemde op het idee om samen iets te organiseren. IJsseladressen is de naam van het project geworden. Maandag werd schilderdag, al is er wel eens een uitzondering gemaakt als het plensde van de regen of als het erg koud was. IJsseldijk 1 was het eerste, IJsseldijk 27 het laatste adres. Het eerste deel van dit project heeft ongeveer een jaar geduurd: van augustus 2018 tot augustus 2019. Een strak plan dus, al is de volgorde en de dag waarop nog wel eens veranderd, want het weer laat zich niet plannen. Qua plek bewegen ze zich met de stroom mee. Deze expositie is het resultaat: er hangen dertig schilderijen, vijftien adressen dus. Er komt een vervolg op dit project. De schilderijen zijn te koop. Ze zijn genummerd, de stickertjes zitten op de zijkant.
Zelf omschrijven ze hun manier van werken zo: Menke schildert in een losse toets, Luijben in een realistische stijl. Tja, denk ik dan, dat is wel erg beknopt weergegeven. Er is vast wel iets meer over te vertellen, want ze kijken – ieder voor zich – op een andere manier naar het landschap en dat kun je afleiden uit hun manier van schilderen.

IJsseldijk 13  - Pauline Luijben
Voordat Luijben eenmaal buiten achter de ezel zit of staat heeft ze al het een en ander voorbereid. Ze heeft foto's gemaakt van de plek die ze gaat schilderen (in dit geval een van de huizen aan of langs de IJsseldijk), ze heeft een van die foto's met behulp van een beamer op het doek geprojecteerd en ze heeft de contouren van het huis en het landschap op het geprepareerde doek gezet. Ze werkt procesmatig, alle stappen zijn gepland. Buiten gaat ze aan de slag met acrylverf (sneldrogend). Je zou de werkwijze van Luijben indirect kunnen noemen, want ook in haar zogenaamde diffuse landschappen – uitgebalanceerde IJssellandschappen bijvoorbeeld – werkt ze van een foto of details van een foto, waarvan ze een geheel weet te maken. Vooral de diffuse sfeer is tekenend. Fotografie speelt sowieso een uiterst belangrijke rol in haar schilderwerk. Op een groot doek schildert ze met grote precisie ontelbare grassprieten of rietstengels. Dichterbij de werkelijkheid kan ze niet komen. Een opmerking van een docent op Artez heeft ze onthouden: ‘Waar gaat je werk over? Als je die vraag niet kunt beantwoorden, dan moet je onmiddellijk stoppen.’ Dat advies volgt ze nog steeds op. Luijben beschouwt zichzelf als een realistisch schilder. ‘Dit werk is anders’, vertelt ze in haar atelier aan de IJsseldijk, ‘Ik beschouw het als een omslag in mijn manier van werken.’ En wellicht heeft ze gelijk, want het verschil tussen de diffuse landschappen – zie haar site – en de tentoongestelde schilderijen is groot. Het precisiewerk is achterwege gelaten, het werk is robuuster van toon en uitdrukking. Wellicht is ze inderdaad bezig haar cocon – ‘plekken waar ik mij één voel met het geheel’ – te verlaten (zie tekst op haar site). 

Kippen, zomer - Marjolein Menke
Menke pakt het anders aan, ze heeft alleen haar doek gegrond. Verder staat er niks op. De werkwijze van Menke is direct: ze tekent en schildert wat ze ziet, naar de waarneming dus. Menke loopt een tijdje rond, verkent de omgeving (dat kan wel een paar uur duren), zet haar ezel ergens neer en begint. Haar oog kan ook vallen op het interieur van een huis  (IJsseldijk 5). Ze heeft meerdere doeken van verschillende formaten bij zich. Vaak maakt ze thuis nog een versie of zelfs meerdere versies. En dan kan het zijn, dat de eerste versie toch de beste blijkt te zijn. Zelf spreekt ze van benadering. Soms is ze in een uur klaar, soms is ze tien uur bezig met een doek. Herkenbaarheid is voor haar geen noodzaak, het gaat niet om het nabootsen van de werkelijkheid, zoals Luijben dat doet, maar om een suggestie, om een indruk van het moment (voor de duur van een paar uur). Ze kan bogen op een (moderne) traditie, denk aan het werk van Corot, van Daubigny en vooral van Monet. Ze schildert met olieverf (nat in nat).

IJsseldijk 11 - Pauline Luijben
In deze serie schilderijen richt Luijben zich vooral op het huis als zetel van sfeer, ze zoekt verbinding met de plek die ze schildert, het gaat haar niet om de bouw van het huis of de architectuur. Er komt welgeteld een mens op haar schilderijen voor, een meisje dat op het gras loopt. Op de een of andere manier wekken haar geportretteerde huizen een verlaten indruk. Het lijken verstilde huizen. Ook bij de boerderijen tref je geen spoor van bedrijvigheid aan. Op een van de schilderijen staat een hooischudder op het erf van een boerderij, maar er is geen boer te zien.

 IJsseldijk 7 - Pauline Luijben
Tijdens ons gesprek in de Grote Kerk van Epe verwijst Menke naar een uitspraak van Michelangelo. Het beeld zit al in het marmer, hij hoeft het er alleen maar uit halen. Of ze verwijst naar de mensfiguren van Alberto Giacometti. Op de vraag waarom hij zijn figuren zo dun maakte, antwoordde hij eens: ‘Ik krijg ze niet dikker.’  Hij kon blijkbaar niet anders. Hij gehoorzaamde aan iets wat hij verder niet kon benoemen. Daarmee verwijst Menke trouwens ook naar haar vroege werk: ze is met het maken van beelden begonnen.
Terug naar het nu: waarom is het groene gras op een schilderij van Menke toch eerder blauw dan groen? Ze heeft er geen duidelijk antwoord op. Ook zij gehoorzaamt blijkbaar aan iets wat ze zelf niet kan duiden. Een ander kenmerk van de schilderijen van Menke is het gebruik van bestorven kleuren. Vergelijk het maar eens met het kleurgebruik van Anna Pavlova (elders op deze blog). Een groter contrast is nauwelijks denkbaar. In het schilderij Kippen, zomer en Koeien, geboomte herken ik trouwens een zekere ironie.

De blauwe kamer - Marjolein Menke
Ook in de houten lijsten van Luijbens schilderijen zie je de strakke regelmaat terugkeren, bij Menke zit er soms wel, soms geen lijst om het schilderij. Ook verschillen de lijsten onderling. De randen van haar schilderijen laten vaak de ondergrond van het schilderij zien: het geprepareerde linnen. Wellicht doet Menke dat om nog meer de indruk te wekken dat het hier om iets voorlopigs gaat, het is even vluchtig als het weer (denk aan het woord impressie). Maar het verwijst ook terug naar de periode toen ze nog beelden maakte: een houten beeld is behalve een beeld van iets of iemand, vooral van hout. Uit de beeldhouwster is een schilder gegroeid. Wellicht speelt dat idee nog steeds mee.

Project IJsseladressen
Tenslotte. Luijben vindt herkenbaarheid erg belangrijk, Menke maalt er niet om. Luijben beroept zich op een hoge mate van objectiviteit, Menke zeker niet, zij wil niet nabootsen maar een indruk geven van wat ze ziet. Deze schilderijen van Luijben zijn statisch van karakter (mede door de techniek – zie boven), die van Menke zijn uitgesproken dynamisch, suggestief en direct. Omdat het thema is ontleend aan de IJssel – Isala – is wellicht deze beeldspraak toepasselijk: bij Menke stroomt alles (alles lijkt in beweging), bij Luijben is de stroom tot stilstand gekomen (als onder een glazen stolp).
Luijben is emotioneler bij het proces betrokken, Menke vat het proces luchtiger op en is daarin wat afstandelijker. Maar het grootste contrast zit hem hierin: Luijben zoekt naar sfeer, Menke geeft een indruk weer, een impressie dus. Wat de mentale houding van beide kunstenaars betreft, zou je het zo kunnen zeggen: Luijben claimt de plek die ze schildert, Menke wordt erdoor geraakt.
Project IJsseladressen
http://marjoleinmenke.nl/

https://www.paulineluijben.nl/

Geen opmerkingen:

Een reactie posten